Makkelijke kamerplanten: vetplanten
Op onze trouwdag gaven we alle gasten een vetplantje als dank voor hun komst. Na afloop bleven er dozenvol over, dus staat ons hele huis nu vol met vetplanten. In dit blog lees je meer over de verschillende soorten vetplanten, hoeveel water je ze moet geven en hoe je ze kunt stekken.
Vetplanten zijn populair bij beginners en mensen zonder groene vingers, en dat is niet voor niets. Deze plant is niet alleen makkelijk wat betreft verzorging, maar je kunt vetplanten ook heel gemakkelijk stekken.
Soorten vetplanten
Wist je dat er meer dan vijftienhonderd soorten vetplanten bestaan? De vetplantenfamilie is op te delen in verschillende geslachten, waarvan Aloë, Crassula, Echeveria en Haworthia de bekendste zijn. In tegenstelling tot de eerste drie soorten heeft de haworthia niet zoveel zonlicht nodig, dit is dus een prima vetplant voor een donkere plek in huis. Ik heb onze Haworthia Royal Highness in de badkamer gezet, en daar doet ‘ie het prima. De andere soorten kun je beter op een lichte plek zetten, vooral Aloë heeft veel zonlicht nodig.
Vetplanten water geven
Vetplanten zijn succulenten, die water opslaan in hun bladeren. Je hoeft ze daarom niet veel water te geven. Vetplanten zijn dus uitermate geschikt voor ontoegankelijke plekken in je huis, bijvoorbeeld bovenop een kast. In de winter is een keer per twee of drie maanden water geven voldoende. In het zomerseizoen kun je een keer per drie weken water geven, maar alleen als de grond helemaal droog is.
Makkelijk vetplanten stekken
Als er iets makkelijk is om te stekken, dan zijn het wel vetplanten. Met een beetje geluk doet de plant het werk zelfs voor je: bij Echeveria- of Crassula-soorten wortelt afgebroken blad direct weer in de aarde. Als je ziet dat er een blad is afgebroken, kun je deze het beste even een paar dagen laten drogen. Het wondje gaat dan dicht en is minder gevoelig voor smet (erwinia). Zorg ook hier weer dat de aarde niet te nat is, want dan wordt het blad slap of bruin.