Verzorging van je Maranta leuconeura
Een van mijn favoriete kamerplanten heeft een fantastisch bladpatroon en een even zo mooie naam: de Maranta leuconeura. Deze plant, met ovaalvormige bladeren, is van oorsprong een Braziliaanse bodembedekker. Binnenshuis wordt hij vooral als hangplant gehouden. De Maranta is niet de moeilijkste plant qua verzorging.
De Maranta komt van nature voor in het oerwoud van Brazilië, als bodembedekker. Het is een gemberachtige (Zingiberales), net zoals kurkuma, de bananenplant en Paradijsvogelplant. De wortel van de plant lijkt ook wel wat op gember en van de Maranta arundinacea wordt de wortel zelfs gegeten. De bladeren van de plant worden door de inheemse bevolking gebruikt om daken te bedekken.
Verschillende namen
De naam van deze plant is afgeleid van de 16e-eeuwse Italiaanse botanicus Bartolomo Maranti. Het tweede gedeelte van de naam is samengesteld uit het Griekse ‘leukos’ (wit) en ‘neuron’ (zenuw), vanwege de lichte nerven. De Maranta behoort tot de familie van de Marantaceae, net als de Calathea. Vind je de Latijnse naam te ingewikkeld? In het Nederlands heet deze plant de Tiengebodenplant, vanwege de donkere vlekken die de plant sieren. Dat zijn er meestal tien, verdeeld over de twee helften van het blad. Het meest duidelijk is dat te zien bij de ondersoort Maranta leuconeura kerchoveana.
Biddende plant
Ook de Engelse naam heeft een religieus tintje: zij noemen de Maranta de ‘Prayer Plant’. Die naam is gekozen omdat de plant zijn ‘handen vouwt’. Let maar eens goed op als het donker wordt: dan zet de plant zijn bladeren rechtop tegen elkaar. ‘s Ochtends ontwaakt de plant en vouwt hij zich weer uit. Een theorie is dat de plant dit doet om ‘s avonds minder op te vallen en zo te overleven. Een andere theorie zegt dat regendruppels zo gemakkelijker van het blad af stromen.
Standplaats
Van nature komt de Maranta voor in het oerwoud van Brazilië, waar het warm en vochtig is. Binnenshuis probeer je die situatie zo goed en kwaad als het gaat na te bootsen. Een temperatuur tussen de 18 en 23 graden is ideaal. Zorg voor een lichte standplaats, zonder direct zonlicht. In het wild groeit de Maranta op open plekken, waar het zonlicht wordt gefilterd door het bladerdek van de bomen rondom. Als de plant teveel zonlicht krijgt, vervaagt de bladtekening. In de schaduw zal je Maranta ook overleven, maar dan groeit hij wat minder hard. Zie je weinig verschil tussen de dag- en nachtstand van het blad, dan staat je plant waarschijnlijk te donker.
Water en vocht
In het oerwoud is de Maranta gewend aan een hoge luchtvochtigheid, dus zorg voor een luchtvochtigheid rond de 50%. Zet je plant niet boven de verwarming. Zie je bruine bladranden ontstaan, dan staat de plant te droog. Geef eens per week een beetje water en houd de grond tussen twee gietbeurten licht vochtig. In de winter mag de potgrond iets droger zijn.
Voeding
Van de lente tot en met de herfst kun je je Maranta iedere twee weken vloeibare mest geven. Net aangeschafte of verpotte planten hoef je niet te bemesten, omdat nieuwe potgrond ook voeding bevat.
Bloei
Een Maranta kan bloeien in lente- en zomermaanden. Aan lange bloemstengels verschijnen subtiele wit-roze bloemetjes, die na een aantal dagen verwelken. Als je liever wil dat de plant zijn energie steekt in nieuw blad, kun je de bloemen verwijderen.
Stekken
Je kunt je Maranta stekken door een kop- of tussenstek af te knippen. Zorg dat er een verdikking op de stengel zit: hieruit zullen de wortels groeien. Zet je stek op water en houd hem nog vochtiger en warmer dan hierboven vermeld, bijvoorbeeld in een kweekkas. Vermeerderen door scheuren kan ook, als je plant meerdere stengels heeft. Je haalt de plant dan uit de pot en verdeelt hem in meerdere stukken. De verschillende stukken kun je direct stekken in aarde.