Tuin ontwerpen: deze fouten heb ik in het eerste half jaar gemaakt

“Worden die planten zó groot?” En “Als we een overkapping willen, moet dan de halve tuin weer op de schop?” Zo maar twee uitspraken die ik heb gedaan sinds we zijn begonnen met de aanleg van onze tuin. Mijn man en ik vinden het heerlijk om onze tuin zelf te ontwerpen, maar er gaat ook wel eens wat mis. Gelukkig is dat niet erg, maar deze fouten uit het afgelopen half jaar probeer ik voortaan te vermijden.

Tot april leefden mijn man en ik ons uit op twee kleine balkons, maar in april verhuisden we van ons appartement naar een huis met tuin. Onze achtertuin bestond voornamelijk uit gras en daar wilden we verandering in brengen. Zo veranderden we een stuk gazon in border, begonnen met een moestuin, en legden een terras en een rotstuin aan. Maar niet alles ging van een leien dakje.

1. Bang zijn om iets fout te doen

Schema’s, lijstjes en planningen: ik hou ervan. Voordat we ook maar een doos in ons nieuwe huis hadden gezet, had ik op papier al hele plannen uitgewerkt voor onze tuin. Mijn man is van een andere orde: hij ziet iets wat hij leuk vindt en begint eraan. Hij is minder bang om fouten te maken en ziet onderweg wel waar het schip strand. Waarschijnlijk is een mengeling van deze twee werkwijzen perfect: een goede voorbereiding, maar ook niet bang zijn om iets fout te doen.

2. Te klein denken

Sommige planten worden groot. Heel groot. Terwijl ik keurig rekening heb gehouden met de plantafstand die bij verschillende planten werd aangegeven, staat onze border bomvol. Dit najaar is het dus tijd voor een herinrichting, maar tot die tijd vind ik het eigenlijk wel gezellig staan, zo’n volle tuin. Ook verschillende eenjarigen die ik heb gezaaid zijn veel groter geworden dan verwacht. Note to the self: in volle grond worden zaailingen veel groter dan in een plantenbak op het balkon.

3. Bang zijn voor radicale veranderingen

Eigenlijk missen we een plek in de tuin waar we kunnen zitten bij minder goed weer. Een overkapping zou dus ideaal zijn. Maar… dat betekent dat er een paar grote planten moeten verdwijnen en dat mijn net aangelegde moestuin verplaatst moet worden. Doen we het dan maar niet? Jawel, maar ik moet er wel aan wennen dat een tuin altijd in ontwikkeling blijft en dat je regelmatig tot nieuwe inzichten komt.

4. Geen klompen kopen

Wat? Ja, als ik iets eerder had moeten doen, dan is het dit. Binnenshuis lopen wij altijd zonder schoenen. Op mooie dagen loop ik gerust op blote voeten of sokken naar buiten, maar zodra het heeft geregend blijf ik snel binnen. Als ik een paar klompen of gemakkelijke instapschoenen had gehad, was ik waarschijnlijk nog vaker de tuin ingelopen. Die komen dus op mijn verlanglijstje.

5. Vergeten te genieten

Een tuin is nooit af. Zeker niet na een half jaar. Dat betekent dus dat ik altijd nieuwe projecten zie als ik in de tuin aan het werk ben, of rustig zit te eten. En in de tuin is bovendien altijd iets te doen. Voordat ik het weet kijk ik alleen maar vooruit, naar wat nog moet gebeuren, en vergeet ik te genieten van al het moois dat er nu al is. Want wat is het wonderlijk dat er binnen een half jaar al zoveel groeit en bloeit en dat vogels, libelles, vlinders, bijen en zelfs egels onze tuin weten te vinden!